Richt je vooral op de lay-out. Maak je tekst aantrekkelijker en luchtiger om te lezen. Je gaat nog niet aan de slag met stijl, wel met leesbaarheid. Twee tips:
Druk vaker op de Enter-toets. Zo eenvoudig is het. Voeg na iedere alinea een witregel in. Dan komt je tekst niet zo massief over. Het nadeel is dat je tekst langer wordt – of nét over de paginagrens schiet. Toch weegt dit nadeel niet op tegen het voordeel van een overzichtelijke tekst.
Die eerste tip kostte je slechts één minuut. Nog vier minuten te gaan. Precies genoeg tijd om boven je alinea’s een kopje te plaatsen. Dat kan boven iedere alinea. Zijn je alinea’s erg kort of lijkt je tekst hierdoor op een reclamefolder? Dan kun je ook één kopje boven enkele alinea’s zetten. Door die kopjes kan je lezer de tekst scannen. Dat doet hij waarschijnlijk toch al, maar nu geef je hem gereedschap om dat te doen.
Dan kun je meer sleutelen aan de tekst zelf. Twee tips:
Dit is immers het eerste wat een lezer ziet. Vaak zijn schrijvers geneigd om stoffige titels te kiezen. Of ze proberen in de titel de hele tekst samen te vatten. Wat beter werkt: gebruik een concreet voorbeeld om je lezer nieuwsgierig te maken. Prikkel je lezer door er een detail uit te lichten. Dat werkt vooral voor informatie waarbij je lezer niet meteen op het puntje van zijn stoel zit. Denk aan nieuwsbrieven, beleidsplannen en instructies.
Zo bijvoorbeeld:
đź“„Beleid thuiswerken
đź’ˇMis de maandaglunch niet (en andere afspraken over het thuiswerken)
đź“„Regionale informatieavond energiebesparing
đź’ˇDit is in Nijmegen de meest verrassende manier om energie te besparen
đź“„Vergeet je afwezigheidsassistent niet aan te zetten
đź’ˇWe hebben iemand gevonden die tijdens Kerst en Oud & Nieuw 24/7 werkt.
Misschien heb je al een kwartier besteed aan het vinden van een goede titel. Dan mag je deze tip overslaan. Wél tijd over? Kijk dan eens naar je zinnen.
Maak ze korter. Bij meer dan 15 woorden moet er een belletje rinkelen. Vaak helpt het om je komma’s te vervangen door punten. Daarnaast kun je aanloopzinnen omdraaien (daarover lees je meer bij het onderdeel ‘zinnen’). We begrijpen dat het meer tijd kost om je hele tekst zo door te lopen. Begin gewoon bij het begin. Dat is immers het cruciale punt waarop een lezer besluit of hij doorleest of niet. Heb je zijn interesse te pakken? Dan zijn langere zinnen niet zo’n bezwaar meer.
Fijn! Dan heb je tijd om ook aan het fundament van je tekst te werken. Hoe?
Gebruik een structuur die aansluit op de behoefte van de lezer. Bij een advies heeft een lezer andere vragen dan bij een nieuwsbericht. Hetzelfde geldt voor een vacaturetekst, e-mail of blog. Geef in een logische volgorde antwoord op de vragen van de lezer. Juist, piramidaal schrijven.
De structuur aangepast? Dan probeer je de lezer tot slot je tekst in te trekken. Je titel (zie de tip als je een kwartier hebt) én je inleiding zijn daarbij cruciaal. Het is interessant om niet met je boodschap te beginnen. Vraag je af waarom een lezer jouw tekst moet lezen. Begin bijvoorbeeld met een herkenbaar probleem. Of richt je op een wens of droom. Een anekdote werkt ook goed (als je daar de ruimte voor hebt). Je ziet het: je bouwt een brug tussen de situatie van de lezer en jouw oplossing.
En ook veel plezier. Altijd leuk om een tekst af te stoffen tot hij glimt.
Lees deze blogs:
Organiseer een verfrissende schrijftraining. Dat zorgt voor gelukkige schrijvers én lezers. We organiseerden bijvoorbeeld cursussen voor:
Bel of mail Ton Vogels: ton@klanq.nl en 06 48165703.